Wat zijn Romeinse cijfers?
Romeinse cijfers vormen een oud talstelsel, dat werd ontwikkeld in het Romeinse Rijk. Het bestaat uit zeven letters – I, V, X, L, C, D en M – die elk een waarde vertegenwoordigen, net als bij de Arabisch-Indische cijfers die in het overgrote deel van de moderne wereld worden gebruikt. De zeven letters zijn:
- I = 1
- V = 5
- X = 10
- L = 50
- C = 100
- D = 500
- M = 1000
Deze zeven getallen vormen de basis van het Romeinse talstelsel, dat loopt van 1 tot 3999.
Inhoud
- Romeinse cijfers 1-100 in tabelvorm
- Zo reken je Romeinse cijfers om
- Ezelsbruggetje voor Romeinse cijfers
- Wat is het hoogste Romeinse cijfer?
- Wat is het Romeinse cijfer voor 0?
- De beperkingen en het gebruik van Romeinse cijfers
Romeinse cijfers 1-100 in tabelvorm
Hieronder zie je een tabel met een overzicht van alle Romeinse cijfers van 1 t/m 100. De tabel toont ook de Latijnse namen voor de getallen.
Getal | Romeins cijfer | Latijnse naam | Getal | Romeins cijfer | Latijnse naam |
---|---|---|---|---|---|
1 | I | ūnus | 51 | LI | quīnquāgintā ūnus |
2 | II | duo | 52 | LII | quīnquāgintā duo |
3 | III | trēs, tria | 53 | LIII | quīnquāgintā trēs |
4 | IV | quattuor | 54 | LIV | quīnquāgintā quattuor |
5 | V | quīnque | 55 | LV | quīnquāgintā quīnque |
6 | VI | sex | 56 | LVI | quīnquāgintā sex |
7 | VII | septem | 57 | LVII | quīnquāgintā septem |
8 | VIII | octō | 58 | LVIII | quīnquāgintā octō |
9 | IX | novem | 59 | LIX | quīnquāgintā novem |
10 | X | decem | 60 | LX | sexāgintā |
11 | XI | ūndecim | 61 | LXI | sexāgintā ūnus |
12 | XII | duodecim | 62 | LXII | sexāgintā duo |
13 | XIII | trēdecim | 63 | LXIII | sexāgintā trēs |
14 | XIV | quattuordecim | 64 | LXIV | sexāgintā quattuor |
15 | XV | quīndecim | 65 | LXV | sexāgintā quīnque |
16 | XVI | sēdecim | 66 | LXVI | sexāgintā sex |
17 | XVII | septendecim | 67 | LXVII | sexāgintā septem |
18 | XVIII | duodēvīgintī | 68 | LXVIII | sexāgintā octō |
19 | XIX | ūndēvīgintī | 69 | LXIX | sexāgintā novem |
20 | XX | vīgintī | 70 | LXX | septuāgintā |
21 | XXI | vīgintī ūnus | 71 | LXXI | septuāgintā ūnus |
22 | XXII | vīgintī duo | 72 | LXXII | septuāgintā duo |
23 | XXIII | vīgintī trēs | 73 | LXXIII | septuāgintā trēs |
24 | XXIV | vīgintī quattuor | 74 | LXXIV | septuāgintā quattuor |
25 | XXV | vīgintī quīnque | 75 | LXXV | septuāgintā quīnque |
26 | XXVI | vīgintī sex | 76 | LXXVI | septuāgintā sex |
27 | XXVII | vīgintī septem | 77 | LXXVII | septuāgintā septem |
28 | XXVIII | vīgintī octō | 78 | LXXVIII | septuāgintā octō |
29 | XXIX | vīgintī novem | 79 | LXXIX | septuāgintā novem |
30 | XXX | trīgintā | 80 | LXXX | octōgintā |
31 | XXXI | trīgintā ūnus | 81 | LXXXI | octōgintā ūnus |
32 | XXXII | trīgintā duo | 82 | LXXXII | octōgintā duo |
33 | XXXIII | trīgintā trēs | 83 | LXXXIII | octōgintā trēs |
34 | XXXIV | trīgintā quattuor | 84 | LXXXIV | octōgintā quattuor |
35 | XXXV | trīgintā quīnque | 85 | LXXXV | octōgintā quīnque |
36 | XXXVI | trīgintā sex | 86 | LXXXVI | octōgintā sex |
37 | XXXVII | trīgintā septem | 87 | LXXXVII | octōgintā septem |
38 | XXXVIII | trīgintā octō | 88 | LXXXVIII | octōgintā octō |
39 | XXXIX | trīgintā novem | 89 | LXXXIX | octōgintā novem |
40 | XL | quadrāgintā | 90 | XC | nōnāgintā |
41 | XLI | quadrāgintā ūnus | 91 | XCI | nōnāgintā ūnus |
42 | XLII | quadrāgintā duo | 92 | XCII | nōnāgintā duo |
43 | XLIII | quadrāgintā trēs | 93 | XCIII | nōnāgintā trēs |
44 | XLIV | quadrāgintā quattuor | 94 | XCIV | nōnāgintā quattuor |
45 | XLV | quadrāgintā quīnque | 95 | XCV | nōnāgintā quīnque |
46 | XLVI | quadrāgintā sex | 96 | XCVI | nōnāgintā sex |
47 | XLVII | quadrāgintā septem | 97 | XCVII | nōnāgintā septem |
48 | XLVIII | quadrāgintā octō | 98 | XCVIII | nōnāgintā octō |
49 | XLIX | quadrāgintā novem | 99 | XCIX | nōnāgintā novem |
50 | L | quīnquāgintā | 100 | C | centum |
Je kunt natuurlijk ook zelf Romeinse cijfers omrekenen. Daarbij moet je een aantal eenvoudige regels volgen.
Zo reken je Romeinse cijfers om
Het Romeinse talstelsel is gebaseerd op eenvoudige wiskunde. Het komt erop neer dat je moet bepalen welk Romeins cijfer in de reeks het hoogste is. Zo kun je eenvoudig vaststellen welke waarden je moet aftrekken en welke je moet optellen.
Laten we beginnen met de eenvoudige basisregels voor Romeinse cijfers:
- Wanneer een kleiner getal vóór een groter getal staat, wordt het kleinere getal van het grote afgetrokken. Een voorbeeld hiervan is het Romeinse cijfer 4 (IV). Om het getal IV te lezen, moet je eerst de hoogste waarde bepalen – in dit geval V (5). Trek dan alle waarden die vóór V staan ervanaf. Dit betekent dat je 1 (I) moet aftrekken van 5 (V) om de waarde 4 (IV) te krijgen.
- Het omgekeerde geldt ook: als een kleiner getal volgt op een groter getal, moet het bij het grote worden opgeteld. Bijvoorbeeld in 6 (VI): hier moet 1 (I) worden opgeteld bij 5 (V), wat de waarde 6 (VI) oplevert.
Voor Romeinse cijfers gelden bovendien de volgende regels:
- Schrijf nooit meer dan drie dezelfde letters achter elkaar. Daarom is het hoogste getal 3999 = MMMCMXCIX. Hogere getallen zouden deze regel overtreden.
- Je kunt niet meer dan één getal aftrekken in de notatie. Daarom moet 8 worden geschreven als VIII en niet IIX, omdat je drie getallen kunt optellen, maar niet twee getallen aftrekken.
- Als algemene regel geldt: trek niet meer dan één orde van grootte af als je met Romeinse cijfers hoger dan X werkt. Je schrijft bijvoorbeeld niet het intuïtieve IL voor 49, maar het wat ingewikkelder XLIX om te voorkomen dat je een orde van grootte overslaat.
- Verder moeten Romeinse cijfers zo kort en precies mogelijk zijn. Als we bij het voorbeeld van 49 blijven, kom je misschien in de verleiding om XXXIX = 49 te schrijven. Hoewel dit leesbaar is, is het niet correct. De juiste notatie is XLIX = 49.
Ezelsbruggetje voor Romeinse cijfers
Om het je makkelijker te maken de Romeinse cijfers te onthouden, volgt hier een bekend ezelsbruggetje, zodat je hopelijk nooit meer vergeet welke letters in welke volgorde staan in het Romeinse talstelsel.
- ‘Ik Verving Xanders Lekkere Citroenen Door Mandarijnen.’
I = Ik
V = Verving
X = Xanders
L = Lekkere
C = Citroenen
D = Door
M = Mandarijnen
Zo hoef je alleen nog maar te onthouden welke waarden de letters symboliseren. Onthoud dat het eerste cijfer van de waarde alleen 1 of 5 kan zijn, gevolgd door een of meer nullen.
Wat is het hoogste Romeinse cijfer?
Het hoogste Romeinse cijfer is 3999 en wordt geschreven als MMMCMXCIX. Het hoogste cijfer van het Romeinse talstelsel is bescheiden als je kijkt naar het hoogste getal in het stelsel dat we vandaag de dag gebruiken: het Arabisch-Indische of gewoon Arabische talstelsel.
Als je echter met Romeinse cijfers werkt, kun je niet hoger dan 3999 (MMMCMXCIX).
Wat is het Romeinse cijfer voor 0?
Er is geen Romeins cijfer voor het getal 0. De Romeinen kenden de waarde 0 wel degelijk, maar blijkbaar was het voor hen niet nodig om er een teken voor te hebben.
In laatantieke bronnen wordt 0 aangeduid met het woord null, maar het wordt niet weergegeven door een echt Romeins cijfer.
De beperkingen en het gebruik van Romeinse cijfers
Romeinse cijfers hebben verschillende beperkingen en toepassingen.
Ten eerste kom je al snel in de problemen bij berekeningen met heel grote of heel kleine getallen. Dit komt omdat er geen Romeinse cijfers zijn voor waarden kleiner dan 1 of groter dan 3999. Daarom loop je al snel tegen de beperkingen aan als je bijvoorbeeld gaat vermenigvuldigen of delen met Romeinse cijfers.
Gelukkig voor de Romeinen leefden ze in een tijd waarin praktische wiskunde het meest gebruikt werd. Voor eenvoudige wiskunde gebruikten de Romeinen een abacus of telraam, een ouderwetse ‘rekenmachine’ die je misschien weleens op school hebt gezien.
Verder bestaan Romeinse cijfers alleen uit hele, positieve getallen, waardoor het onmogelijk is om met decimalen te rekenen. Dat weerhield de Romeinen er echter niet van om breuken te gebruiken – die maakten alleen geen deel uit van het Romeinse talstelsel.
Als de Romeinen met breuken werkten, deden ze dat in relatie tot de gewichtseenheid libra (pond). Dit woord wordt nog voor allerlei munten gebruikt, zoals het Britse pond en de Mexicaanse peso. De libra werd verdeeld in twaalfden, en 1/12 libra werd een unica genoemd. De term unica werd in de praktijk gebruikt om alle eenheden aan te duiden en kan daarom ruwweg vertaald worden met 1/12.
Twaalfden waren handig om mee te rekenen, omdat je ze kunt verdelen in zesden, vierden, derden en tweeden. Op deze manier konden de Romeinen met de unica de breuken uitdrukken die we nu noteren als 1/12, 1/6, 1/4, 1/3 en 1/2.
Andere talstelsels
Het Romeinse talstelsel is slechts een van de vele systemen die in de loop der tijden in zwang zijn geweest. Dit is een overzicht van de belangrijkste, die beschavingen mede vormgegeven hebben.
Het Arabisch-Indische talstelsel
Het Arabisch-Indische talstelsel, ook wel Arabische cijfers genoemd, is het meest gebruikte ter wereld. Met de cijfers 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 worden alle waarden uitgedrukt. In tegenstelling tot Romeinse cijfers kun je met dit decimale stelsel oneindig grote getallen schrijven met een veel kleiner aantal cijfers.
Men denkt dat het talstelsel is uitgevonden in India, vanwaar het is overgenomen door de Arabieren. De Arabieren brachten het vervolgens naar Europa en uiteindelijk verspreidde het zich over de hele wereld.
Het geniale van het decimale stelsel is dat het het getal 0 kent, waardoor het systeem een neutrale waarde heeft. Om deze reden wordt wel gezegd dat de oude Indiërs de wiskunde hebben uitgevonden – zij ontwikkelden een talstelsel dat intuïtief was, en bruikbaar voor bijna alles.
Het binaire stelsel
Het binaire talstelsel – ook wel tweetallig stelsel genoemd – bestaat uit slechts twee cijfers: 0 en 1. Het wordt het vaakst gebruikt in verband met computersystemen, maar dateert van lang voor de komst van computers.
Het beroemdste voorbeeld van het gebruik van het binaire getallenstelsel is de machine die de Britse wiskundige Alan Turing bouwde om de Enigma, de coderingsmachine van nazi-Duitsland, te kraken.
Het twaalftallig stelsel
Het twaalftallig stelsel – of duodecimaal stelsel – heeft 12 cijfers (grondtallen) in tegenstelling tot de bekende 10 in het tientallig stelsel.
In de loop der eeuwen is het twaalfcijferige systeem in verschillende delen van de wereld gebruikt.
Zo werd in het Verenigd Koninkrijk een shilling onderverdeeld in 12 pence tot het land in 1971 overstapte op een decimaal muntstelsel.
Het Chinese talstelsel
De Chinezen werden waarschijnlijk geïnspireerd door de Indiërs toen ze geïnteresseerd raakten in wiskunde en manieren om getallen te noteren. In ieder geval lijkt het oude Chinese systeem erg op het tientallig stelsel. Het grote verschil is echter dat de Chinezen – tot op de dag van vandaag – niet de cijfers van 0 tot 9 gebruiken die wij kennen, maar hun eigen tekens.
Als je een vergelijking zou maken met hoe wij nu het Arabisch-Indische stelsel gebruiken, zou dat betekenen dat we in plaats van het getal 6 consequent het woord ‘zes’ noteren. Hieronder zie je een eenvoudige tabel met de Chinese getallen van 1 t/m 10.
Getal | Teken | Uitspraak |
---|---|---|
0 | 零 / 〇 | Líng |
1 | 一 | Yī |
2 | 二 | Èr |
3 | 三 | Sān |
4 | 四 | Sì |
5 | 五 | Wǔ |
6 | 六 | Liù |
7 | 七 | Qī |
8 | 八 | Bā |
9 | 九 | Jiǔ |
10 | 十 | Shí |
Het talstelsel van de urnenveldencultuur
Het talstelsel van de urnenveldencultuur werd vermoedelijk gebruikt in Centraal-Europa tijdens de bronstijd. Onderzoekers hebben het systeem ontdekt aan de hand van een aantal voorwerpen uit die tijd met strepen, die volgens hen een getalnotatie vormen.
Het systeem wordt geïnterpreteerd als een vijftallig stelsel, dat bestaat uit schuine strepen, waarbij elke schuine streep de waarde 1 heeft en elke backslash de waarde 5. De waarde 3 zou bijvoorbeeld = /// zijn en de waarde 7 zou //\ zijn.